Vaarregels
Op moment van schrijven zijn er in Nederland 507.800 water vaartuigen en 2.600.000 waterrecreanten. Er komen steeds meer hobby’s bij op en langs het water. Met al deze verschillende recreanten en beroepsvaarders zit een gevaar in een klein hoekje en daarom worden er voor al deze vaartuigen regels opgesteld om Nederland bevaarbaar en beleefbaar te houden. Om het varen leuk te houden, voor uw mede-vaarweggebruiker, uw eigen veiligheid en om ongelukken of schade aan uw boot te voorkomen, is het belangrijk dat u zich aan de vaarregels houdt. Op de grootste en drukste vaarwegen in Nederland komt u als recreatieve vaarder ook in aanraking met beroepsvaart. Om te zorgen dat dit allemaal goed verloopt zijn er net zoals op de weg, verkeersregels op het water.
Belangrijkste vaarregels en fatsoensnormen op het water
- Ten eerste, ook op de boot geldt dat er een BOB moet zijn. De wettelijke grens voor alcoholgebruik op het water ligt op 0,5 promille. Maar het beste is natuurlijk om helemaal alcoholvrij de boot te besturen. Net als op de weg controleert de politie dit met een blaastest.
- Een vaarbewijs is verplicht voor het besturen van pleziervaartuigen langer dan 15 meter en voor motorboten korter dan 15 meter die sneller kunnen varen dan 20 kilometer per uur.
- Houd tijdens het varen zoveel mogelijk stuurboordwal (rechts) aan.
- Verander niet plotseling van koers en vaar zo veel mogelijk in een rechte lijn. Maak niet onnodig veel bochten.
- Houd het midden van de vaarweg vrij voor grote schepen.
- Zorg dat u rondom uw boot goed zicht heeft en kijk regelmatig om u heen en achterom. Communiceer wanneer nodig met medeschippers.
- Vaar niet in de buurt van visnetten. Deze zijn meestal te herkennen aan zwarte of gele vlaggetjes of een verkeersbord in de vorm van een ruit met een groene en witte helft. De groene zijde van de ruit geeft de veilige passeerzijde aan.
- Het is niet toegestaan in het midden van het vaarwater, bij bruggen, sluizen en in de buurt van werkschepen te ankeren.
- Zwemmen in de vaargeul, bij bruggen, sluizen en wachtplaatsen is verboden.
- Bezorg de omgeving geen overlast. Bewaar daarom de rust in natuur- en woongebieden. Beperk bijvoorbeeld overmatig geluid van muziek en veroorzaak geen hinderlijke golfslag.
Voorrangsregels op het water
De belangrijkste voorrangsregels zijn:
- Groot gaat voor klein.
- Stuurboord gaat voor bakboord.
In het algemeen moeten kleine boten (korter dan 15 meter) voorrang verlenen aan grote boten, schepen, passagiersschepen, sleepboten en veerponten. Een uitzondering geldt wanneer u aan de stuurboordzijde in een vaargeul vaart.
Als u voorrang verleent aan een andere boot, pas dan tijdig uw koers en snelheid aan. Laat duidelijk zien welke koers u vaart zodat iedereen genoeg ruimte heeft om te passeren.
Tijdens het vaarseizoen is er veel variatie aan soorten boten op het water. Mocht u op uw motorboot een zeilboot of roeiboot kruisen, zonder dat er iemand aan stuurboordwal vaart, dan heeft de boot zonder motor altijd voorrang.
Maximum snelheid op het water
Over het algemeen geldt een maximum snelheid van 20 kilometer per uur op het water. Er kunnen echter vaarwegen of gedeelten van vaarwegen zijn waarvoor dit niet geldt en waar een andere maximum snelheid geldt. Dit is dan te zien aan de verkeersborden.
Sneller dan 20 kilometer per uur varen is in ieder geval nooit toegestaan in de volgende gevallen:
- Binnen een afstand van 20 meter uit de oever.
- Binnen 50 meter van een zwemgebied of aanlegrichting.
- Dichtbij evenementen zoals wedstrijden of feesten.
- In een haven.
- Bij een zicht van minder dan 400 meter (bij mist bijvoorbeeld).
Om op grote wateren (bijvoorbeeld het IJsselmeer, de Rijn-Maasdelta en het kust- en Waddengebied), rivieren en kanalen te mogen varen dient uw boot een snelheid van minimaal 6 kilometer per uur te halen. Dit in verband met de binnen- en zeevaart.
Is er een minimumleeftijd voor het besturen van een boot?
- Voor zeilbootjes korter dan 7 meter en roeibootjes geldt geen minimum leeftijd.
- Op een open motorboot korter dan 7 meter die niet sneller kan varen dan 13 kilometer per uur geldt een minimumleeftijd van 12 jaar.
- Op een motorboot, groot schip en een zeilboot die langer is dan 7 meter mag gevaren worden vanaf 16 jaar.
- Voor het besturen van een snelle motorboot (sneller dan 20 km/uur) is de minimumleeftijd 18 jaar.
Wat zijn de vaarregels voor waterscooters?
Voor waterscooters gelden over het algemeen dezelfde regels als voor motorboten die sneller dan 20 kilometer per uur varen. Zij mogen dus varen waar het is toegestaan om harder dan 20 kilometer per uur te varen. Er kunnen vaarwegen of delen daarvan verboden zijn voor waterscooters. Dit is dan aangegeven met borden of gele boeien. Als u precies wilt weten waar u met uw waterscooter kunt varen, dan kunt u dit bij de gemeente of de jachthaven navragen. Zo kan iedereen veilig varen.
Ga goed voorbereid het water op
Voor een compleet en zeer uitgebreid reglement omtrent boten en varen kunt u altijd het binnenvaartpolitiereglement nakijken. Als u in het bezit bent van een vaarbewijs heeft u al kennis opgedaan van de vaarregels tijdens uw examen. Maar om te varen met een motorboot kleiner dan 15 meter die niet harder kan dan 20 km/u, is er in principe geen ervaring nodig. Om goed voorbereid het water op te gaan is het dus belangrijk de vaarregels een keer door te nemen. Met goed gedrag op het water blijft varen voor iedereen een plezier. Tenslotte is het altijd verstandig om uw boot goed te verzekeren. DMW kan u helpen bij het afsluiten van een passende verzekering voor elk soort boot.